Waar de eerste twee pijlen tot doel hebben de werkelijke groei van Japan te veranderen, gaat de derde over de potentiele groei van de economie, waarbij er vanuit gegaan wordt alle beschikbare hulpbronnen en technologieën optimaal gebruikt worden.
While the first and second arrows aim to transform Japan’s actual growth path, the third operates on the economy’s potential growth path, which assumes the optimal use of all available resources and technologies.
Sinds Abenomics gelanceerd werd, is de deflatiekloof (het verschil tussen de werkelijke en potentiele productie) gedaald van zo’n 3% tot onder de 1,5%.
Since Abenomics was launched, the “deflation gap” (the difference between actual and potential output) has dropped from roughly three percentage points to below 1.5.
Als de eerste en tweede pijl de werkelijke groei boven de potentiele groei uittillen, zal monetaire versoepeling niet langer in staat zijn om substantiële bbp- of werkgelegenheidsgroei voort te brengen.
When the first and second arrows lift actual growth above potential growth, monetary expansion will no longer be able to produce substantial GDP or employment gains.
En toch bleven de werkelijke uitgaven aan defensie, tot dit jaar, hangen rond de 3% van het bbp.
And still, until this year, actual defense spending remained at about 3% of GDP.