Dictionary
Dutch - German
Dutch-German Translations Between bijgelovig - bijwonen (Letter “B”)
- bijgelovig
- bijgenaamd
- bijgerechten
- bijgesneden
- bijgesneden
- bijgestaan
- bijgestaan
- bijgeteld
- bijgevolg
- bijgevuld
- bijgewoond
- bijhouden
- bijhouden
- bijkans
- bijkeuken
- bijkeuken
- bijl
- bijl
- bijlage
- bijlage
- bijlagen
- bijna
- bijna
- bijna
- bijnaam
- bijnaam
- bijnier
- bijou
- bijoutry
- bijoux
- bijrijder
- bijscholing
- bijschrift
- bijsluiter
- bijsnijden
- bijstand
- bijstortingen
- bijten
- bijtend
- bijtende
- bijtende
- bijtende
- bijugate
- bijugous
- bijvoeglijk naamwoord
- bijvoet
- bijvoorbeeld
- bijvullen
- bijwerkingen
- bijwonen
- Translate.com
- Dictionaries
- Dutch-German
- bijgelovig - bijwonen